Jezus was niet alleen een gezaghebbend leraar (dat vinden veel mensen van Socrates of Boedha ook); hij was de enige die de dood overwon. Om dat te kunnen doen moest hij naast echt mens ook echt God zijn. Daar is veel bewijs voor. De Joden waren in de tijd van Jezus zeer terughoudend in het geloven dat Jezus God was. Er was toch maar 1 God? Toch geloofden steeds meer Joden en later ook niet-Joden dat uiteindelijk wel. Waarom? Omdat het bewijs werd geleverd. Jezus doet dingen die alleen God kan doen. Hij wordt in het NT als God en Redder (kijk naar het bekende christelijke ichthus (het visje) teken) neergezet en hij vergeeft zonden.
Jezus opstanding was 2000 jaar geleden ook ongehoord. Ondanks dat Jezus hun er wel over heeft verteld wat er met hem zou gebeuren waren de discipelen zelf ook zeer verdrietig dat Hij was gekruisigd en daarna stomverbaasd dat Hij was opgestaan. Waarom zouden de discipelen radicaal gaan evangeliseren en (voor waarschijnlijk veel van hen) de marteldood willen sterven? Je zou kunnen zeggen dat er wel meer goeroes zijn waar gekken achteraan lopen. Toch is hier de radicale verandering van de treurnis van de discipelen naar de continue evangelisatie door dezelfde discipelen zeer opzienbarend.
Sowieso zou je dan verwachten dat met de dood van de leider de sekte zelf uiteindelijk ook een stille danwel luide dood sterft. Maar het tegendeel is waar. Het Christendom bestaat al 2000 jaar, dat is toch niet voor niets. De jaartelling gaat zelfs uit van voor en na Christus. Het blijft ook apart dat talloze dictaturen (het communisme in de voormalige Sovjet Unie en nog steeds in China) het christendom er niet onder hebben gekregen. Niet met fysiek geweld en niet met continue intimidatie.
Naast de 4 evangeliën die over Jezus leven schrijven heeft Paulus als één van de bekendste Bijbelse NT schrijver continue over de opstanding van Jezus geschreven. En dan primair over wat dit voor de mensen betekent. Paulus heeft de opgestane Jezus gezien, net zoals 500 andere mensen. De kleine verschillen in de getuigenissen zijn een bewijs dat het echt is gebeurd. Hetzelfde gebeurt ook nu nog als mensen in een rechtzaak als getuige van een incident worden opgeroepen. De getuigen hebben allemaal het incident gezien maar leggen allemaal op details andere accenten. Als het verzonnen is worden verschillen eruit gehaald. Er wordt trouwens ook nergens melding gemaakt van grafverering voor het graf van Christus terwijl dat in Zijn tijd wel gebruik was nadat bekende profeten of leren waren gestorven. Blijkbaar was er geen graf meer om naar toe te gaan?
Daarnaast zou het zo simpel zijn geweest om de eerste Christenen belachelijk te maken. Zowel de Joden als de Romeinen hadden daar belang bij omdat ze allebei geen behoefte hadden aan onrust en gedoe. En die onrust en dat gedoe was er door de opkomst van het Christendom. Dat belachelijk maken konden ze doen door het lichaam van Jezus te tonen. Dan was elke potentiële Christen gelijk genezen. Maar dat deden ze niet omdat het niet mogelijk was. Er was een leeg graf. Het NT praat dus ook over een levende God.
En Jezus werd als God gezien in het NT na zijn dood. Paulus gaat daar bij zijn schrijven helemaal van uit.
En het NT is niet een soortgelijk verhaal als heidense mythen. Mythen zijn globaal. Het NT geeft een historisch en feitelijk verslag van de gebeurtenissen met Jezus inclusief getuigenissen. Ook de bekende CS Lewis (van de Narnia films) heeft dit aangegeven. En de parallelen met gnostische verlossenmythen zijn ook onjuist. Die zijn van recenter datum dan het NT zelf. Sowieso kun je je afvragen wat de bijbelse auteurs toen wisten van al die mythen, de auteurs waren eenvoudige mensen uit het Israelische platteland.
Bron: Uitleggen wat je gelooft, Alister McGrath